De Nederlandse bloemsierteeltsector, bekend om zijn hoogwaardige snijbloemen, potplanten en bloembollen, heeft de afgelopen tien jaar een belangrijke verduurzamingsslag gemaakt. Een van de meest opvallende ontwikkelingen is de sterke vermindering in het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.
Waar tien jaar geleden nog relatief veel chemische middelen werden ingezet om gewassen te beschermen tegen ziekten en plagen, is het gebruik van deze middelen inmiddels fors teruggedrongen. Dit geldt niet alleen voor het totale volume gebruikte bestrijdingsmiddelen, maar vooral ook voor de zwaarste, meest milieubelastende chemische stoffen. Zo is in de snijbloementeelt het totale gebruik met ongeveer 35% gedaald, terwijl het gebruik van de meest schadelijke middelen zelfs met ruim 80% is afgenomen. Bij potplanten is het beeld vergelijkbaar: een daling van circa 29% in totaalgebruik en een afname van bijna 96% voor de zwaarste middelen.
Deze reductie is het resultaat van een bewuste en gerichte aanpak binnen de sector. Innovaties zoals geïntegreerde gewasbescherming (IPM), waarbij preventieve maatregelen en biologische bestrijdingsmiddelen worden ingezet, spelen een grote rol. Ook het gebruik van natuurlijke vijanden van plagen, insectengaas en het selecteren van resistente plantenrassen helpt de afhankelijkheid van chemische middelen sterk te verminderen.
Daarnaast hebben strengere wet- en regelgeving en een groeiend bewustzijn over duurzaamheid bij kwekers bijgedragen aan deze ontwikkeling. De sector streeft ernaar niet alleen gezonde en mooie planten te leveren, maar ook om dat te doen met zo min mogelijk impact op mens en milieu.
Door deze inspanningen is de Nederlandse bloemsierteeltsector inmiddels een van de koplopers in Europa op het gebied van duurzaam en verantwoord telen. De afname van chemische bestrijdingsmiddelen zorgt ervoor dat bloemen en planten niet alleen mooi zijn, maar ook bijdragen aan een gezondere leefomgeving.